Op 29 mei 1897 werd er in het paleizencomplex in Peterhof een kind geboren.
Het was een meisje en haar ouders noemde haar: Tatjana.
Ze was het tweede kind en tweede dochter van Tsaar Nikolaas II van Rusland en Tsarina Alexandra Fjodorovna.
Tatjana had drie zussen:
– Olga
– Marie
– Anastasia
Tatjana had één broer:
– Aleksej
In Sint-Petersburg werden, zoals altijd bij een keizerlijke geboorte, kanonschoten afgevuurd: 300 voor een zoon en 101 voor een dochter. Het volk en de elite hoopten al sinds het huwelijk van Nicolaas en Alexandra op een zoon, een erfgenaam. Het was dan ook een teleurstelling toen ze slechts 101 kanonschoten telden. Nicolaas en Alexandra gaven hun dochter de naam “Tatjana”
Tsaar Nicolaas en tsarina Alexandra wilde hun kinderen zelf opvoeden, in tegenstelling tot vele andere Europese vorsten. Tatjana groeide op in een hecht en gelukkig gezin en trok veel op met haar zussen. Maar ondanks dat Tatjana een gelukkige jeugd had waren er verschillende gebeurtenissen in haar leven die diepe wonden bij haar achterlieten.
In het jaar 1903 kreeg Tatajana haar eerste grote tegenslag. Tatjana bracht samen met haar zussen, haar ouders, haar oom Ernst Lodewijk en zijn 8-jarige dochtertje Elisabeth, een paar dagen door op hun jachtverblijf in Polen. In die dagen kreeg Elisabeth tyfus. Tsaar Nicolaas en tsarina Alexandra waren bang voor besmetting en gingen met hun dochters weg, maar Alexandra werd ook ziek en bleef zes weken langer in Polen.
Op 6 november 1903, een paar dagen nadat de tsaar met zijn dochters weg gegaan was, overleed de kleine Elisabeth. Tatjana en haar zussen waren diep geschokt over dit nieuws.
Niet lang na het overlijden van hun kleine nichtje kreeg Tatjana opnieuw te maken met een levensbedreigende ziekte.
Terwijl Rusland in oorlog was met Japan, werd er een erfgenaam voor de tsaar geboren: Aleksej. Maar al snel werd duidelijk dat Aleksej aan de erfelijke en in die tijd dodelijke bloedziekte hemofilie leed. tsarina Alexandra riep de hulp in van de gebedsgenezer Grigori Raspoetin. Men vond de relatie tussen de tsarina en Raspoetin erg vreemd, hierdoor kreeg de tsarina een slechte reputatie, dit was omdat het volk niet op de hoogte werd gesteld dat de jonge tsarevitsj aan hemofilie leed.
Tatjana werd door haar zussen beschouwd als de lieveling van Nicolaas en Alexandra. Als iemand hun ouders om een gunst moest vragen werd Tatjana da ook naar voren geschoven. Tatjana leek erg op haar moeder; ze was erg religieus, las vaak de bijbel en was erg gereserveerd. Tatjana ontfermde zich meer over haar jongere zusjes Maria en Anastasia. Tatjana en haar zusjes werden ondertussen door gouvernantes en leraren klaargemaakt voor hun toekomstige rollen als vertegenwoordigers voor hun vader en hun land; ze kregen bijvoorbeeld verschillende soorten lessen, variërend van etiquette tot piano- en taallessen. Tatjana kon goed leren en beheerste dan ook veel talen. De meisjes werd op het hart gedrukt zich als een dame te gedragen, zodat ze later een goede positie op de koninklijke Europese huwelijksmarkt zouden hebben.
Toen Tatjana ouder werd, werd ze zich bewust van de vijandigheid tegenover haar vader.
In het jaar 1911 ging Tatjana samen met haar zus Olga en haar vader naar een theatervoorstelling, op dat moment kreeg ze voor het eerst te maken met deze bedreigingen: Er werd een moordaanslag op premier Pjotr Stolypin. Olga en Tatjana konden dagenlang niet slapen vanwege de angst.
In het jaar 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit, ook Rusland vocht hierin mee. de tsarina wilde graag een bijdrage leveren dus volgde ze samen met haar dochters Olga en Tatjana een spoedcursus tot verpleegsters; aan het eind van het jaar 1914 behaalde ze een diploma van het Rode Kruis. Olga en Tatjana kwamen af en toe met hun moeder mee om ziekenhuizen aan het front te bezoeken, maar ze bleven vooral werken in de ziekenhuizen in Tsarskoje Selo, waar ze assisteerde bij ingewikkelde operaties en ze gewonde soldaten verzorgden. Het werk wat de meisjes deden was zwaar en de jonge dochters van de tsaar moesten even hard werken als de volwassen vrouwen. Uiteindelijk werd het voor Olga te veel en kreeg ze een zenuwinzinking, zij kreeg administratief werk. Tatjana voldeed haar plichten zonder te klagen en werd door haar schoonheid en opgewektheid erg populair onder de andere zusters en de patiënten.