Op 26 mei 1896 werd de laatste Russische tsaar Nicolaas II gekroond in de Oespenski-kathedraal in Moskou.
Op 30 mei 1896 vond er een groot volksfeest plaats om te vieren dat er een nieuwe tsaar was gekroond. Dit feest vond plaats op het Chodynkaveld, een militair oefenterrein net buiten Moskou.
Op het veld waren theatervoorstellingen en muziekoptredens. De bevolking zou worden getrakteerd op drinken, eten en souvenirs, zoals bekers met de beeltenis van de nieuwe tsaar erop.
Om 14:00 uur in de middag zou ook de tsaar zelf op het feestterrein komen. Het Chodynkaveld was echter totaal ongeschikt voor een dergelijk massa-evenement vanwege de vele militaire loopgraven.
Al vroeg in de ochtend wadden zich al ongeveer 500.000 mensen verzameld op het Chodynkaveld om de cadeaus van de tsaar niet mis te lopen. In de menigte verspreidde zich het gerucht dat er niet genoeg cadeaus waren voor iedereen en daarom drongen de mensen naar voren. Door het gedrang vielen veel mensen in de loopgraven en werden vertrapt, stikten of raakten gewond. De 1.800 aanwezige agenten waren niet in staat om de orde te herstellen in een dusdanig grote menigte. Die dag vielen er 1.389 doden en 1.300 gewonden.
Nicolaas II en zijn vrouw Alexandra bezochten diezelfde dag nog de gewonden in de ziekenhuizen. De families van de slachtoffers kregen 1.000 roebel uit het privévermogen van de tsaar. en hij nam de kosten van de begrafenissen voor zijn rekening. Ondanks dat de tsaar en de tsarina die dag de ziekenhuizen met de gewonden bezochten was er veel kritiek op de tsaar en tsarina, want dezelfde avond nog bezocht de tsaar een bal dat werd gegeven door de Franse ambassadeur. De bevolking vatte dit op als onverschilligheid van de tsaar over haar lot.
Om toch wat goede sier te maken gaf Nicolaas de minister van justitie de opdracht om de toedracht van de tragedie te onderzoeken. Uit het onderzoek bleek echter dat grootvorst Sergej Aleksandrovitsj, de oom van de tsaar die sinds februari de feestelijkheden voorbereidde, verantwoordelijk moest worden gehouden voor de gebeurtenis. De keizerlijke familie wilde niet dat dit openbaar gemaakt zou worden, want een proces tegen een grootvorst zou de autoriteit van de monarchie ondermijnen. De Russische bevolking liet zich echter niet voor de gek houden en Sergej Aleksandrovitsj werd in de volksmond al snel “Vorst Chodynskij” genoemd. Voor Nicolaas betekende de Chodynkatragedie een slecht begin van zijn regeringsperiode die nog vele crises zou kennen.