Het huis stond vanaf het jaar 1919 leeg.
In het jaar 1927 werd er in het gebouw een museum over de revolutie en de moord op de Romanovs opgericht. Hierdoor kwam het toerisme op gang, maar de kelders van het huis mochten niet worden bezocht omdat de lokale sovjet daar zijn documenten bewaarde.
In het jaar 1932 werd het museum al weer gesloten.
Na het jaar 1945 werd het gebouw op verschillende manieren gebruikt zoals een Atheïstisch museum en als opslag voor de archieven van de lokale sovjet. Het gebouw was verboden voor gewone Russen, leden van de communistische partij kwamen er wel met hun vrienden.
Het huis werd een curiositeit. Een Engelse verzamelaar kocht zelfs de hele muur van de kelder, waartegen de tsarenfamilie was vermoord.
In het jaar 1974 werd het huis een historisch monument.
In het jaar 1975 werden de bijgebouwen en de benedenkamers gesloopt.